31 augustus - 4 september 2011: Beijing Book Fair

Het Nederlands paviljoen op de Beijing Book Fair.

Beijing. De tijd gaat zo snel hier en ik heb het zo druk dat er soms maar weinig gelegenheid overblijft om mijn weblog bij te houden. Vorige week ben ik helemaal opgegaan in de Beijing Book Fair, en dat was zo bijzonder dat ik daar toch nog wel graag iets over wil schrijven.

De Beijing Book Fair, die gehouden werd van woensdag 31 augustus tot en met zondag 4 september, begon voor mij ergens in april toen ik met Bas Pauw en Tiziano Perez van het Nederlands Letterenfonds afsprak ergens in het noordwesten van Beijing, niet ver van de Qinghua-universiteit. De lente was nog maar net begonnen en het was koud. We aten hotpot en spraken af dat ik een excursieprogramma zou verzorgen voor deelnemende Nederlandse auteurs en uitgeverijen aan de Beijing Book Fair. Nederland was immers gastland en er zou een grote delegatie schrijvers en uitgevers deelnemen aan de beurs.

Samen met Monique Groeneveld van China Inside stelde ik een programma op, verstuurde het naar het Letterenfonds om vervolgens maanden niets meer te horen. Eerlijk gezegd dacht ik dat we het bij gebrek aan belangstelling moesten gaan afzeggen, totdat een paar dagen voor de beurs opeens de mailtjes met aanmeldingen binnenkwamen. Het was het begin van een zeer intensieve periode van een dag of tien, extra leuk omdat vriendin Marieke (die voor uitgeverij Gottmer hier was) ook deelnam aan de beurs en voor het eerst sinds tien jaar weer in China was.

Mensen Beijing laten zien en de vele nuances van China te laten ontdekken, vind ik altijd leuk. Maar deze keer was het extra bijzonder, gewoon omdat het gezelschap zo kleurrijk was. Wandelen, fietsen, naar de Muur, de Verboden Stad en de Tempel van de Hemel met Nederlandse schrijvers en uitgevers - dat is voor mij ook geen dagelijkse kost natuurlijk. Meer dan ooit had ik ook het gevoel dat het ertoe deed, dat het belangrijk was juist deze mensen China iets beter te laten begrijpen. Hoe houden mensen zich staande in deze maatschappij? Hoe kan het dat mensen in principe in een onderdrukte maatschappij leven en er - in ieder geval op het eerste gezicht - toch redelijk tevreden lijken te zijn? Waarom komen ze daar niet tegen in opstand? Naarmate de week vorderde voelde ik bij sommigen de verwarring toenemen, en soms ook de boosheid - iets waarvan ik op een gegeven moment niet meer wist of dat nou was wat ik bij anderen meende te voelen of dat het een reflectie van mijn eigen gevoelens was.

Tegelijkertijd barstte in Nederland de discussie los of Nederland wel naar de Boekenbeurs had moeten gaan, of Nederlandse schrijvers zich wel moesten laten fêteren door een overheid die openlijk kritische denkers monddood maakt. En toen de hele delegatie de oproep van Amnesty International naast zich neerlegde om het symbolische speldje (de lege stoel van Liu Xiaobo) te dragen, was het hek natuurlijk helemaal van de dam. Ik zag meningen voorbij komen als "Links lullen, rechts zakken vullen". Echt zo kortzichtig allemaal. Aan de kant blijven staan, wijzen en veroordelen is heel makkelijk. Je kunt ook wél naar China komen, in contact treden met mensen en misschien, heel misschien voor sommige mensen een verschil maken. Geen grootse daden waar je de pers mee haalt en waar je wellicht anderen mee in gevaar brengt, maar kleine momenten die eigenlijk veel indrukwekkender zijn.

Tijdens deze week heb ik momenten van ontroering gevoeld, bijvoorbeeld tijdens een bijeenkomst in het kunstdistrict 798 waar in het UCCA Café Amsterdam werd gehouden. Kader Abdolah schoof hier zijn voorbereide rede terzijde en hield een ontwapenende redevoering die mij in elk geval heel erg raakte: over hoe belangrijk het is om in alle vrijheid jezelf te kunnen zijn en hoe dat in zijn geval heeft geleid tot de mooie boeken die hij schrijft, in een andere taal en in een ander land maar wel in vrijheid. En ik dacht: als er maar één iemand in dit publiek zit die hij hiermee een hart onder de riem steekt, dan is het al goed dat hij is gekomen! Maar ook momenten van frustratie, bij een andere bijeenkomst in het zaaltje van Trainspotting ergens in een van de hutongs in het oude centrum van de stad. Ramsey Nasr probeerde daar een discussie te ontlokken aan een publiek van jonge mensen ("Wat zijn jullie idealen?" en "Ik wil jullie leren kennen!"), maar de dialoog kwam niet op gang en het enige wat er bij mij overbleef was het gevoel dat er zulke grote verschillen zitten tussen 'onze' en 'hun' manier van denken dat een discussie daardoor soms onmogelijk lijkt te zijn.

Ergens tijdens die week zit in de metro een migrantenarbeider tegenover me. Hij kijkt me voortdurend aan, nieuwsgierig en onderzoekend. Hij draagt de kleding die hem direct als migrant onderscheidt: een smoezelige donkere broek, een grauwgeel overhemd waarvan de knoopjes tot aan de boord zijn dichtgeknoopt, op zijn hoofd een petje bedrukt met de vijf kleurige ringen van de Olympische Spelen, bestofte schoenen van zwart nepleer. Om zijn schouder draagt hij de tas die uitgedeeld werd op de Nederlandse stand van de Beijing Book Fair: grijs met in het midden een cirkel bedrukt met een blauwe wolkenlucht. 'Open Landscape - Open Book' is het motto op de tas. Zegt dat die migrantenarbeider iets? Ik denk het niet. Voor hem is het waarschijnlijk gewoon een handige tas waar hij zijn spullen in kan opbergen terwijl hij zich van hot naar her over China verplaatst op zoek naar werk. En de discussie in Nederland? Misschien dat die nog even aanhoudt, tot er zich weer iets anders aandient waar de aandacht zich op zal richten. Want tsja, zo belangrijk vinden we China en de Chinezen dan toch ook weer niet.

Kader Abdolah tijdens Café Amsterdam.

Ramsey Nasr in Trainspotting.

Jong publiek in Trainspotting.

De stand van Gottmer in het Nederlands paviljoen op de Beijing Book Fair.

Tip: Kijk hier voor Nederlandstalige excursies in Beijing met Inge Jansen.

www.mingbai.nl/weblog
Meer verhalen uit de weblog
Mingbai op Twitter