25 januari: De laatste dag van het Jaar van de Rat

Kleine Tongfang tussen de graven met nepgeld in zijn knuisten.

Tijdens het Chinese Nieuwjaar ben ik in de provincie Hebei, in een dorp op ongeveer 450 km van Beijing. De inwoners van dit gebied vieren het Chinese Nieuwjaar nog op zeer traditionele wijze.

Vandaag is de laatste dag van het jaar, en deze dag heeft zo zijn rituelen. Overal is iedereen druk bezig met het aanbrengen van duilian op de deuren: rode stroken met gelukswensen links en rechts van de deur en eentje boven de deur. Op de deur plakt men posters met daarop het karakter 'geluk' (vaak op zijn kop) of een afbeelding van een os (omdat het nieuwe jaar het jaar van de os is). In de keukens wordt ook hard gewerkt, hier worden jiaozi gemaakt, een soort gevulde deeghapjes die gekookt worden.

Alle mannelijke familieleden trekken naar de akkers om te offeren aan de voorouders en om de graven netjes te maken. Op motorfietsen, fietsen en een enkele maal met een auto rijden zij hotsend en botsend over de onverharde paden. Allemaal hebben ze een schop bij zich en tasjes gevuld met wierook, namaakgeld om te verbranden, vuurwerk en offervoedsel.

De graven liggen her en der verspreid over de akkers. Per familie liggen de graven dicht bij elkaar. Het graf van de verste voorouder ligt het verst naar achter. De mensen hier hebben niet veel geld en een graf is niet meer dan een grote hoop gele aarde, beplant met kleine boompjes en struiken. Slechts bij een enkel graf staat een gedenksteen.

Voor de graven worden wierookstokjes geplaatst en er worden koekjes, snoepjes, fruit en gestoomde broodjes neergelegd. Vervolgens wordt er bij elk graf namaakgeld verbrand en maken de mannen voor elk graf een koutou, waarbij zij op de knieën gaan zitten en driemaal voorover buigen. Officieel zouden ze met hun voorhoofd de grond moeten raken, maar zo nauw nemen de meesten het niet.

Het gaat er allemaal heel gemoedelijk aan toe, er is absoluut geen sprake van een beladen sfeer. Kinderen rennen tussen de graven door, snoepen van de grafgiften en lopen verguld met het nepgeld rond alsof het echt geld is. Iedereen kent elkaar en begroet elkaar, de mannen wisselen sigaretten uit en men geeft elkaar ook offergeld om te verbranden. Na de koutou scheppen de mannen wat aarde van de akkers en gooien dat op de grafheuveltjes. Dit doen ze om te voorkomen dat de graven door regen en wind op den duur zouden verdwijnen.

Als laatste handeling worden er duizendklappers afgestoken. Daarna gaan heel pragmatisch alle eetbare grafgiften weer terug in de plastic zak. Die kunnen later weer voor andere offers gebruikt worden.

www.mingbai.nl/weblog
Meer verhalen uit de weblog
Mingbai op Twitter