4 juli 2009: Terug naar de natuur

Ingrediënten voor ye cai

Beijing, Miyun.Beijing is begenadigd met veel natuur ten noorden en oosten van de stad. Gisteren waren we in het district Miyun, een schitterend gebied met ruige bergen en riviertjes. Inwoners van het drukke Beijing komen hier graag. Het is een bevoorrecht publiek dat hier komt, want de afstand - ca. 80 km van het centrum - maakt dat je over een auto moet beschikken om er te komen.

In Miyun ligt een populaire attractie - Heilongtan, ofwel de Poel van de Zwarte Draken, een gebied met hoge watervallen en door de rivier gevormde meertjes. Omdat het bij bekende plekken altijd heel druk is, besloten we om daar juist niet naar toe te gaan. Onderweg namen we een rustig zijweggetje dat langs een riviertje liep waar visjes in het heldere water zwommen en ik langs de oever tot mijn grote vreugde allerlei bijzondere vogels spotte. Hier en daar hadden mensen een mooi plekje uitgezocht om deze warme zaterdag door te brengen in een hangmat onder de schaduw van een boom en met het water van de rivier om af en toe even af te koelen.

Wat mij altijd opvalt bij uitjes vanuit Beijing naar het omringende platteland, is dat er bij de stedelingen een soort 'terug naar de natuur'-oergevoel ontstaat. Dat uit zich onder andere in het beklimmen van berghellingen op zoek naar wilde vruchten en kruiden, en het met de blote handen proberen te vangen van visjes en kikkers. Misschien komt dat wel omdat een groot deel van deze stedelingen opgegroeid is op het platteland en pas op latere leeftijd in de stad is komen wonen.

Dat 'terug naar de natuur'-gevoel onder de stedelingen is ook de plaatselijke bevolking niet ontgaan en wordt commercieel uitgebuit in de vele restaurantjes langs de hoofdweg naar Heilongtan. Naast gewone gerechten kun je er ook allemaal ye cai krijgen, ofwel gerechten gemaakt van ingrediënten die geoogst zijn in de vrije natuur, zoals paddenstoelen, kruiden, enz. Verder kun je er grote hoeden van bamboe kopen en hangen er strooien sandalen aan de muur zoals die vroeger door boeren gedragen werden, evenals een soort mantel van gras die men vroeger droeg ter bescherming tegen regen.

Mijn reisgenoten - ook boerenzonen die in de stad zijn komen wonen - stortten zich vol enthousiasme op de pure natuur, en al snel lag de achterbak van de auto vol met takken van vreemde planten, besjes en walnoten die nog lang niet rijp waren, maar je volgens hen tóch kon eten. Ik keek het allemaal wat lachend aan, tót ik tussen de rotsen langs de rivier munt ontdekte en ik ook opeens met een flinke oogst aan kwam dragen. Toen de flesjes mineraalwater op waren, werd er gewoon gezocht naar een helder stroompje en de flessen opnieuw gevuld. Niet dat ik dat gedronken heb, hoe vaak ze mij ook bezwoeren dat het schoon en puur water was.

De natuur wordt door hen bejegend met een houding die ik maar als boerenwijsheid bestempel: "Kan ik dit besje écht eten", vroeg ik nog maar een keer voor de zekerheid nadat ik er al een stuk of vijf in mijn mond had gestoken. "Eentje kan in elk gevál geen kwaad", was het geruststellende antwoord.

www.mingbai.nl/weblog

Ruige natuur in Miyun