15 maart 2010: Een glimp van het migrantenleven

De spartaanse prefabwoningen van de arbeiders op het bouwterrein vlak achter mijn flat.

Vlak achter de flat waar ik woon wordt in hoog tempo gewerkt aan het nieuwe Tongzhou. Tongzhou is een district in Beijing en ligt circa 20 kilometer van het centrum. Het oude Tongzhou was hoofdzakelijk agrarisch gebied en belangrijk voor de aanvoer van fruit, vlees en groenten voor de stad Beijing. Het nieuwe Tongzhou bestaat voor een groot deel uit uitgestrekte nieuwbouwwijken, waarvan veel nog in aanbouw.

Deze wijken worden zonder uitzondering uit de grond gestampt door migrantenarbeiders. Deze arbeiders zijn van het vaak arme platteland naar de stad getrokken en werken hier als goedkope arbeidskrachten onder andere in de bouw, als schoonmakers, huishoudsters en vuilophalers. Ze doen het werk waar de mensen in de stad hun neus voor ophalen.

Vanuit mijn raam vang ik regelmatig een glimp op van het leven van deze migrantenarbeiders, want hun witte, betonnen prefab-woningen staan op het bouwterrein vlak bij ons huis. Toen wij hier kwamen wonen, stond er al een rijtje van deze spartaanse woningen, maar in de loop van de tijd heb ik gezien hoe deze woningen werden afgebroken en andere woningen elders op het terrein werden opgebouwd. Op de muren van een van de woningen staat met blauwe verf "Fabriek voor verplaatsbare woningen (hoge prijs bij teruggave)". Kennelijk is er in China een recyclemarkt voor dit soort woningen.

Er is een soort toegangspoort waarop met grote rode karakters Woningen van de Arbeiders staat. In het begin stond er ook een muur omheen, maar die is op een gegeven moment gesloopt. Ergens op het terrein is een keuken, waar op gezette tijden de arbeiders zich naartoe begeven met hun eetkommen en eetstokjes. Er is ook een klein hok dat dienst doet als openbare wc, maar vaker zie ik de mannen op hun gemak ergens buiten tegen een boom of een muurtje plassen.

In de warme zomers zie ik ze 's avonds roken, kaarten en bier drinken op de slaapzalen - drie stapelbedden van twee hoog aan elke kant van de kamer. In de winter worden de ramen dichtgestopt met doeken en gewatteerde dekens, al kun je van ramen nog nauwelijks spreken want de meesten zijn door de harde wind uit hun sponningen getrokken en hangen er maar wat bij.

Een keer in het najaarlag er een enorme stapel spullen op een grote hoop bij elkaar: beddengoed, kleding, tassen. Het leek wel alsof uit de woningen alle spullen naar buiten waren gesleept. Tussen de spullen lag een man onder een deken te slapen. Het was in de tijd van de Mexicaanse Griep. Misschien was het een grote schoonmaak- en reinigingsactie in de woningen ter bestrijding van de griep.

Een andere keer kwam er een grote open vrachtwagen met een laadbak vol watermeloenen. In een mum van tijd stond er een groep mensen rond de vrachtwagens en even later liep iedereen met stukken meloen rond, de grond was al snel bezaaid met meloenschillen.

Een behoorlijk deel van de werklui - meestal mannen - is nog jong. Ik schat ze rond de twintig. Sommigen zien er stoer uit, met een laaghangende broek en blonde strepen door hun zwarte haren. Niet zelden zie ik ze arm in arm of met de armen om elkaars schouder geslagen voorbij lopen.

Het werken gaat van 's ochtends vroeg tot diep in de nacht door, pas in de allerlaatste uurtjes van de nacht wordt het stil. Nu het winter is, wordt er vanwege de kou tot iets minder laat gewerkt. Vandaag zag ik twee jongens met roltassen het terrein oplopen. Nieuwe arbeiders of arbeiders die terugkomen van een lange wintervakantie aansluitend op het Chinees Nieuwjaar. De lente staat voor de deur, het werkseizoen kan weer beginnen.

www.mingbai.nl/weblog
Meer verhalen uit de weblog

Reclame op de prefabwoningen: "Fabriek voor verplaatsbare woningen (hoge prijs bij teruggave)".