15 oktober: Venster op de samenleving
Opeens was-ie er, de boerenmarkt.
Ik heb het stuk grond waar de markt is al vaak van gedaante zien veranderen.
Zo zag het er drie jaar geleden uit, bij de opbouw van de arbeiderswoningen.
En zo een jaar geleden. Je ziet, de horizon reikt al lang zo ver niet meer.
Op een dag, toen de flats al een tijd klaar waren en de arbeiders verdwenen, kwam er een graafmachine die met grof geweld de prefabwoningen tegen de grond werkte. Dat was afgelopen winter, vlak voor Chinees Nieuwjaar. De grond was bezaaid met de betonnen witte platen van de woningen, bakstenen en stukjes metaal. Achter de woningen werd nu een soort hal zichtbaar. De hal was eigenlijk niet meer dan een hele diepe kuil overspannen met een golfplaten dak. Ernaast lag nog een diepe kuil, deze was niet overdekt. Voor de kuilen stond een rijtje eenvoudige betonnen huizen.
Dit was afgelopen winter: het slopen van de arbeiderswoningen.
En echt, dit is hoe het er daarna uitzag (dat wit op de voorgrond is geen sneeuw)!
Na een paar weken gebeurde er iets curieus. Elke dag kwam er een groepje mensen - overduidelijk zeer arme arbeidersmigranten - die met pikhouwelen de grond losmaakten en de stukken beton en metaal uit de grond begonnen te trekken. Daarna werd de grond verder omgewoeld en begonnen ze de bakstenen die inmiddels diep in de aarde zaten eruit te trekken. Het beton en metaal werd afgevoerd in kleine bakfietsjes, de bakstenen werden een eindje verderop verzameld. Daar werd later een muur van gebouwd. Dat de business lucratief en onderling kennelijk verdeeld was, bleek toen op een dag een groepje boerenvrouwen hardhandig werd weggescholden door een man die met een knuppel in zijn hand hen bedreigde.
De straatarme arbeidersmigranten die dit zware werk doen: de grond omwoelen en kostbaar afval ertussenuit halen. Heel triest om te zien.
Na de opruimactie (die weken duurde) zag het er zo uit.
Daarna gebeurde er weer een hele tijd niets. Het werd lente en zomer en de bewoners van onze compound begonnen het stuk braakliggende grond in gebruik te nemen als landbouwgrond. Ze verbouwden er mais, tomaten en courgettes. Zonde om zo'n stukje grond niet te gebruiken, kennelijk. Maar halverwege de zomer reed een graafmachine het terrein op en begon een grote aarden wal aan twee kanten op te werpen zodat het terrein niet meer zo makkelijk bereikbaar was. Later in de zomer werden de kleine betonnen huisjes langs de rand van de kuilen soms bewoond, met name in het weekend. De bewoners waren buiten aan het barbecueën en een van hen had een karaoke-set waarmee hij weemoedige liederen meezong.
Dit was het beeld deze zomer: de grond is in gebruik om groenten te verbouwen.
De zomer ging over in de herfst en het leek of het altijd zo zou blijven. Ik was best tevreden met mijn groene achtertuin. Twee weken geleden arriveerde er echter opeens verschillende laadtrucks met een open bak met daarin grote aantallen migrantenarbeiders (mannen en vrouwen). Daarna kwam de inmiddels bekende graafmachine weer voorrijden die deze keer het hele terrein begon te egaliseren. Binnen twee dagen hadden de arbeiders langs de randen van het terrein eenvoudige huisjes opgebouwd met blauwe golfplaten daken. Ook bij de kuilen achter het hek was bouwactiviteit. Geleidelijk aan werd de structuur duidelijk, het werden twee grote gebouwen met twee verdiepingen.
Slechts een paar weken later en het zag er zo uit...
En na een dag of drie zo.
Lekker lassen.
En toen een paar dagen geleden, bijna zomaar vanuit het niets, verschenen de marktkraampjes. Nou ja, kraampjes klinkt eigenlijk te georganiseerd. Vanuit kleine vrachtwagens, eenvoudige karren of kratten die op de grond worden gezet, worden de spullen verkocht: van gestoomde broodjes, groente en fruit tot huishoudelijke artikelen, dekens en kleding. De waren worden flink aangeprezen door middel van luidsprekers. Ondertussen wordt er nog steeds gebouwd aan de twee grote gebouwen. Inmiddels zijn we erachter dat de oude boerenmarkt - die hier ruim een kilometer vandaan lag aan de rand van het voormalige boerendorp - is afgebroken. De grond van het dorp is verkocht door de boeren aan de overheid en er komen daar (nog meer!) flats. Die markt zit nou dus bij ons achter.
Et voila: de markt is daar.
De rustige, doodlopende straat achter de flat is nu onderdeel van de markt geworden en dagelijks slenteren er honderden mensen langs. Er is muziek, het lawaai van bouwen, de blikkerige stemmen uit de luidsprekers die waren aanprijzen, het af- en aanrijden van vrachtwagens en minibusjes vol met marktgoederen. En dan is nu nog niet eens de markt in zijn geheel in gebruik.
Vanuit het raam zie (en hoor) ik het allemaal wat mistroostig aan, terwijl de groene strook achter de compound in slechts een paar dagen al heel erg is vervuild met afval en plastic zakjes. Mensen klimmen over het hek van de compound omdat het management de poorten rondom de compound gesloten heeft en men kennelijk geen zin heeft een klein stukje om te lopen.
Ik weet dat ik op een unieke plek op een uniek moment in de ontwikkeling van China ben en ik vind het fascinerend om te zien hoe met name hier in Tongzhou - ver van het moderne centrum van Beijing - de mensen zich staande proberen te houden in deze snel veranderende maatschappij. Maar eerlijk gezegd, ik zit even niet meer zo lekker achter mijn computer... het venster op de samenleving komt eigenlijk iets te dichtbij en vroeger dan normaal doe ik de gordijnen maar dicht.
Bovenstaand artikel is geschreven door Inge Jansen, Chinadeskundige en schrijfster van onder andere de Dominicus-gidsen China, Shanghai en Beijing . Op haar blog schrijft ze over China.
Via haar bedrijf Mingbai (wat 'begrijpen' in het Chinees betekent) geeft zij informatie over China. Haar expertise bevindt zich op het snijvlak van Chinese cultuur & samenleving, geschiedenis en toerisme.
Zij schrijft voor verschillende media, geeft lezingen en rondleidingen en verzorgt cursussen en workshops.