17 december 2009: Mevrouw Li
De Night Beer Corridor in Dujiangyan heeft de aardbeving goed doorstaan.
Dujiangyan. "Ach, de aardbeving. Ik kan drie dagen en drie nachten over de aardbeving praten en dan ben ik nog niet uitgepraat." Mevrouw Li zit tegenover me in de hotelkamer en lacht een beetje ongemakkelijk. Dat ongemakkelijke lachje ontmoet ik bij meer mensen met wie ik hier over de aardbeving praat. Met haar vinger schuift ze regelmatig haar bril omhoog die steeds een beetje van haar neus glijdt.
"Mijn huis bestond uit twee verdiepingen", vertelt mevrouw Li. Op de onderste verdieping zijn alle spullen stuk gegaan, op de bovenste verdieping niets. Ik was op de onderste verdieping. Alles viel om en er viel een kast op mij. Mijn been was gebroken. Mijn vader die bij ons woont heeft me uit het huis gesleept. In het ziekenhuis was niemand die ons kon helpen. Er waren zoveel zwaargewonden. Ik werd beschouwd als iemand met lichte verwondingen. We konden nergens heen. Na twee dagen konden we eindelijk naar Chengdu. Daar ben ik naar het ziekenhuis gegaan en werd ik geholpen." Weer dat lachje.
Mevrouw Li woont in Dujiangyan. Tegenwoordig heeft ze samen met haar man en ouders onderdak gevonden bij familieleden die een theehuis langs de rivier hebben. Haar huis is verwoest. De hele flat waar ze in woonde is afgebroken. Het nieuwe huis is nog niet klaar. "We zijn tot augustus in Chengdu gebleven. Daarna zijn we terug gegaan naar Dujiangyan. Daar zijn we in een van de noodwoningen getrokken. Maar het was er te warm en te klein. Toen zijn we hier naartoe gegaan."
Met mevrouw Li loop ik door de stad. Onafgebroken wijst ze naar open plekken. "Hier stond een school. Die is helemaal ingestort. Driehonderd kinderen zijn hier om het leven gekomen." En bij een groot braakliggend terrein zegt ze: "op die plek daar stonden flats. Hier zijn ook heel veel mensen omgekomen. Het stadsbestuur wil hier een herdenkingspark maken." En nog weer iets verder: "Daar stond een bank. Veel mensen konden het gebouw niet uitkomen omdat de nooduitgangen op slot zaten."
Mevrouw Li kent veel mensen met wie het niet zo goed is afgelopen. Sommige mensen zijn voor het leven gehandicapt, anderen hebben dierbaren verloren. "De mensen die het zwaarst getroffen zijn, zijn de ouders van de omgekomen kinderen die op de ingestortte middelbare school zaten", zegt mevrouw Li. "Deze kinderen waren allemaal al wat ouder, hun ouders inmiddels de veertig al ver gepasseerd. Ze hadden maar één kind, vanwege de eenkindpolitiek in ons land. Zij kunnen niet nóg een kind krijgen, daar zijn ze te oud voor. Ze hebben helemaal niets meer. Waar moeten zij nog voor leven?"
Ondanks dat mevrouw Li haar huis en al haar bezittingen kwijt is, vindt ze dat ze geluk heeft gehad. Haar man, vader en moeder waren allemaal thuis tijdens de aardbeving en ze konden allemaal het huis ontvluchten - gewond weliswaar, maar levend. In het tijdelijke onderkomen van de familie is ook de moeder van mevrouw Li - een kleine dame van een jaar of zeventig, gehuld in een dikke warme jas. Ze zegt: "Alles wat in ons huis levend was, leeft nog steeds. Ook onze hond, de twee vogels van mijn man, zelfs de vissen die we in een vijver bij het huis hielden."
De zaken in het theehuis van de familie van mevrouw Li lopen niet zo goed. Haar man vertelt: "Vóór de aardbeving hadden de inwoners van Dujiangyan de gewoonte om na het werk wat rond te wandelen door de stad en langs het water, theehuizen te bezoeken en mahjong te spelen. Nu gebeurt dat veel minder. Veel mensen hebben hun huis verloren. Ze moeten geld besparen om een nieuw huis te kunnen bekostigen. De mensen hebben geen geld meer voor ontspannende uitjes." Zijn rechterbeen wipt constant nerveus op en neer.
De vader van mevrouw Li - ook een jaar of zeventig en met een immer glimlachend gezicht - is de enige die niets zegt over de aardbeving. Af en toe staat hij op om even bij zijn twee vogels - beo's - te kijken, die elk in een eigen houten kooitje op de bar van het theehuis zitten. Hij voedt een van de vogels voorzichtig wat rijst uit de grote snelkookpan die centraal in de ruimte staat. De andere vogel scharrelt rond over de bodem van de kooi en kijkt het met een schuin geheven kopje aan, wachtend tot hij ook wat krijgt.
"Hallo, hallo", roept de vogel dan opeens vanuit zijn houten kooitje. "Half vijf, half vijf. Werktijd is over!" Iedereen begint te lachen.
De Zuidelijke Brug (Nan Qiao) over de Min-rivier in Dujiangyan.
Meer weblogverhalen over het aardbevingsgebied
Het verwoeste Beichuan
Hongkou na de aardbeving
Dujiangyan en de aardbeving
De ingestorte school van Yingxiu
Het verdriet van Wenchuan
De Qiang van Luobo Zhai
Wolong, waar geen panda's meer zijn
Bovenstaand artikel is geschreven door Inge Jansen, Chinadeskundige en schrijfster van onder andere de Dominicus-gidsen China, Shanghai en Beijing . Op haar blog schrijft ze over haar leven in China, waar zij woont samen met Yao Jianjun.
Via haar bedrijf Mingbai (wat 'begrijpen' in het Chinees betekent) geeft zij informatie over China. Haar expertise bevindt zich op het snijvlak van Chinese cultuur & samenleving, geschiedenis en toerisme. Zij schrijft voor verschillende media, geeft lezingen en verzorgt onder andere gastlessen over China op scholen. Kijk hier voor meer informatie.
Voor China-gerelateerde nieuwtjes en verhalen kun je Inge ook volgen via Twitter of Facebook
Nieuwsflash! De nieuwste editie van de Dominicus Reisgids China (november 2012) is uit en weer te bestellen bij o.a. Bol.com!