29 december 2009: De Qiang van Luobo Zhai
Mevrouw Ma en haar zoontje in Luobo Zhai.
Luobo Zhai. Op zo'n 20 kilometer van Wenchuan, diep in de bergen, ligt het dorp Luobo Zhai (Radijsdorp). De bewoners van dit kleine, versterkte dorp behoren allemaal tot de Qiang, een van de oudste niet-Chinese volkeren van China. De weg van Wenchuan naar Luobo Zhai is een kronkelweg met haakse haarspeldbochten. Naarmate we hoger komen, wordt de weg steeds smaller.
Onderweg nemen we mevrouw Ma en haar zoon mee, die een lift willen naar Luobo Zhai. Mevrouw Ma heeft de traditionele kleding van de Qiang aan, op haar rug draagt ze een rieten korf. Ze zijn net naar Wenchuan geweest omdat haar zoontje ziek is. Hij zit met een stevige snotneus samen met haar te hoesten op de achterbank en voor de zekerheid doen we alle ramen open; we hebben geen zin in H1N1 of een andere griep.
Luobo Zhai is schitterend gelegen, omringd door hoge bergen met besneeuwde bergtoppen. Maar ook Luobo Zhai is niet aan de verwoesting van de aardbeving ontkomen. Bijna alle huizen van het eeuwenoude dorp zijn ingestort. Iets verderop zijn de huizen van het nieuwe dorp al klaar, op hun daken wappert de rode nationale vlag van China.
Mevrouw Ma neemt ons mee naar haar huisje, een van de weinige huizen die nog redelijk intact is gebleven. Ondertussen vertelt ze over de aardbeving: "In ons dorp zijn 46 mensen om het leven gekomen tijdens de aardbeving. Er wonen nog ongeveer 600 mensen in het dorp nu. Na de aardbeving hebben we vijf dagen niets gegeten en gedronken. Na een dag of acht kwamen er vliegtuigen over, die voedsel, water, medicijnen enz. dropten. Pas na een week of vijf bereikten de eerste hulpverleners ons dorp. We waren natuurlijk heel dankbaar voor hun komst. Net zoals we nu heel dankbaar zijn dat jullie hier naartoe komen om ons te steunen!"
Het huisje van mevrouw Ma heeft verschillende kleine vertrekken die allemaal volhangen met worsten en stukken vlees die hangen te drogen aan haken. Ze woont hier samen met haar vier kinderen. Haar man is er meestal niet, die werkt in de bouw ergens nabij Dujiangyan. Het huis is heel spartaans met weinig meubilair en er komt praktisch nergens licht naar binnen. Achter het huis is een klein tuintje en hier heeft de familie nog een vertrek getimmerd waar ze met z'n allen slapen en waar ook een grote televisie staat en wat lage stoeltjes. De lucht in het kleine vertrek is zwaar van de worsten en stukken vlees die ook hier aan haken hangen te drogen.
Even later neemt mevrouw Ma ons mee voor een wandeling door het verwoeste dorp. Luobo Zhai is een van de oudste en grootste Qiang-dorpen van China. Voor de aardbeving was het een behoorlijk toeristisch dorp, waar bezoekers bij de toegang van het dorp welkom werden geheten door inwoners in klederdracht en souvenirs en je 60 yuan moest betalen om het dorp te kunnen betreden. Het dorp stond bekend om zijn smalle straatjes met hoge, lemen muren waar je makkelijk kon verdwalen. Hier en daar staan wegwijzers in het Engels en het Chinees naar een paar oude tempels, archeologische opgravingen en het hotel-restaurant dat op een hooggelegen plek boven het dorp uittorent.
"Voor de aardbeving kwamen er best veel toeristen", vertelt mevrouw Ma, terwijl ze samen met haar zoon ons door de smalle straatjes loodst. Ze hoest verschrikkelijk, terwijl haar zoontje continue klaagt over buikpijn. Uiteindelijk neemt ze hem op haar rug. "Ze kwamen voor onze lokale alcohol, voor onze worsten en voor de natuur. Sommigen bleven overnachten in het dorp. Maar na de aardbeving komt er nog maar een enkele toerist."
Het dorp bestaat uit drie buurtschappen (zu). Het deel van het dorp waar het huis van mevrouw Ma staat is nog enigszins gespaard gebleven.Waar de oude huizen nog staan, kun je zien dat het een mooi dorp is geweest. Op de daken ligt brandhout, in een binnenhof zit een familie in het zonnetje worsten te maken van een zojuist geslacht varken, de huizen en de paadjes zijn van leem. Weer ergens anders zit een familie op bankjes in hun binnenhofje van het zonnetje te genieten. "Lai shuai!" - kom even bij ons binnen - roepen ze ons toe. Verder is het heel stil, er kraait alleen een haan.
Naarmate we verder lopen worden de verwoestingen van de aardbeving steeds duidelijker zichtbaar. We lopen door een deel waar praktisch elk huis is ingestort. Sommige huizen hebben nog wel een dak, maar het is een grote ravage. Mevrouw Ma brengt ons naar het verwoeste hotel-restaurant vanwaar er een schitterend uitzicht is over de diepe vallei en de omringende bergen. Door de vallei kronkelt de Min-rivier. Achter het hotel liggen de ruïnes van een eeuwenoude tempel. Van de tempel resteert alleen nog een afgodsbeeld, een altaartje en een grote, stenen kom waar kippen geslacht worden. Aan de kom kleeft nog wat bloed en een paar bruine veertjes; dit is recent nog gebruikt zo te zien. Bij het altaartje liggen de resten van wat wierook.
Mevrouw Ma wijst naar het beeld en zegt: "Dit is onze pusa." Een pusa is het Chinese woord voor bodhisattva - een boeddhistische term die gebruikt wordt voor wezens die de verlichting reeds bereikt hebben, maar op aarde zijn gebleven om de mensen te helpen. Deze pusa ziet er anders uit dan andere pusa's (die meestal menselijke vormen hebben). Als we goed kijken, zien we dat het een ram is. Mevrouw Ma kan ook niks met onze vraag wat voor soort pusa het dan is: "De pusa is gewoon de pusa", antwoord ze, terwijl ze ons wat bevreemd aankijkt. Het lijkt erop dat dit een oeroude vorm van het geloof is dat de Qiang aanhangen, een geloof dat ouder is dan het daoïsme en boeddhisme waar de Qiang tegenwoordig ook in geloven. Als haar zoontje opeens speels op de rug van het beest gaat zitten, schrikt mevrouw Ma zich een hoedje: "Ga daar vanaf, ga daar vanaf!" roept ze haar zoontje toe.
Even later lopen we bij het nieuwe dorp. Op mij als buitenstaander komt het over als een goed gebouwd dorp, met mooie huizen in de oorspronkelijke bouwstijl van de Qiang. Maar volgens mevrouw Ma zijn de huizen te klein en bovendien veel te duur. Elk huis heeft zo'n 8.000 euro gekost. De bewoners moesten zelf hiervoor 2.000 euro lenen bij de bank, 1.000 euro kregen ze van de overheid en 5.000 euro werd beschikbaar gesteld uit hulpfondsen. Mevrouw Ma denkt dat de huizen niet meer dan 5.000 euro zouden moeten kosten. Iemand in het dorp heeft zelf een nieuw huis gebouwd, tweemaal zo groot als de huizen die door de overheid zijn gebouwd, en volgens mevrouw Ma niet duurder dan 5.000 euro. De mensen in het dorp voelen zich daarom bekocht, ze hebben al zoveel geleden en vinden nu dat anderen financieel geprofiteerd hebben van hun hachelijke situatie. "Hadden ze maar gewoon geld gegeven aan ons," zegt mevrouw Ma. "Maar we hebben nog geen cént gekregen!" Haar mondhoeken vertonen harde trekken.
Mevrouw Ma blijft voorlopig zowiezo in haar oude huisje wonen. De nieuwe huizen hebben namelijk geen keuken en geen wc. Oorspronkelijk zouden de huizen compleet worden opgeleverd, maar halverwege de bouw was het geld op en kregen de bewoners te horen dat ze dit zelf moesten bekostigen. "Ik heb vier kinderen," zegt mevrouw Ma. "Die wil ik naar school laten gaan. Ik heb nu helemaal dat geld niet voor een keukentje en een wc. Daarom blijven we voorlopig maar gewoon in ons oude huis wonen."
Op de terugweg nemen we de veertienjarige dochter van mevrouw Ma mee terug naar Wenchuan, die daar naar de middelbare school gaat en er door de week ook slaapt. Het scheelt het meisje een voettocht van zo'n 2,5 uur. Een tocht die ze normaal gesproken twee keer per week moet maken.
Luobo Zhai wordt omringd door hoge bergen.
Mevrouw Ma voor haar huis in Luobo Zhai.
Verwoeste huizen in Luobo Zhai.
De pusa van Luobo Zhai.
Het nieuwe dorp van Luobo Zhai.
Vrouwen borduren voor een van de nieuwe huizen in het dorp.
Meer weblogverhalen over het aardbevingsgebied
Het verwoeste Beichuan
Hongkou na de aardbeving
Dujiangyan en de aardbeving
Mevrouw Li
De ingestorte school van Yingxiu
Het verdriet van Wenchuan
Wolong, waar geen panda's meer zijn
Bovenstaand artikel is geschreven door Inge Jansen, Chinadeskundige en schrijfster van onder andere de Dominicus-gidsen China, Shanghai en Beijing . Op haar blog schrijft ze over haar leven in China, waar zij woont samen met Yao Jianjun.
Via haar bedrijf Mingbai (wat 'begrijpen' in het Chinees betekent) geeft zij informatie over China. Haar expertise bevindt zich op het snijvlak van Chinese cultuur & samenleving, geschiedenis en toerisme. Zij schrijft voor verschillende media, geeft lezingen en verzorgt onder andere gastlessen over China op scholen. Kijk hier voor meer informatie.
Voor China-gerelateerde nieuwtjes en verhalen kun je Inge ook volgen via Twitter of Facebook
Nieuwsflash! De nieuwste editie van de Dominicus Reisgids China (november 2012) is uit en weer te bestellen bij o.a. Bol.com!